De eerste keren dat ik op pad ging voor mijn Wild Presence stopte ik mijn rugzak letterlijk veel te vol.
Ik zeulde rond met flink wat kilo’s.
Dat ene boek dat wellicht van pas zou komen, plus een extra set inzichtkaarten.
Een aantal symbolische voorwerpen, want stel dat er te weinig te vinden zou zijn in de natuur. En wat dacht je van een extra cameralens, drie batterijen en een reflectiescherm?
Stel dat ik mezelf bij ieder voorwerp de volgende vraag had gesteld. Neem ik dit mee uit angst of omdat ik het nodig heb?
Ik weet zeker dat ik de helft van mijn voorwerpen thuis had laten liggen.
‘De angst in je hart is zo groot als alles waar je nog aan gehecht bent’ zei Godfried Danneels ooit.
Mijn rugzak zat te vol omdat ik nog teveel gehecht was aan bepaalde kennis of voorwerpen. Ik haalde daar mijn zekerheid uit.
Net zoals ik afgelopen tijd bepaalde acties uitstelde. Mijn ratio vertelde me waarom ik iets niet moest doen. Ik bleef erin hangen en kwam geen meter vooruit. Tot ik besefte dat ik teveel gehecht was aan iets wat me belemmerde.
Ik gaf mijn angst onnodig veel ruimte. En als je iets teveel ruimte geeft, wordt het zwaar. Het zorgt voor teveel ballast.
Wat zeul jij onnodig mee?
Of welke keuze stel jij uit door een irreële angst?